WTC Nach Köln!

Donderdag 26 mei 2022

Eens per jaar komt er een gek (WTF!) idee opgeborreld, dat meestal bestaat uit de gedachte dat er ergens naartoe gefietst moet. De bestemming heeft dan meestal niet veel om het lijf, de afstand daarentegen des te meer. Dit keer had Carlo het tussen kader en asfalt door in Keulen horen donderen. Daar moest maar eens wat op verzonnen worden. Aangezien er later in het seizoen nog wat monstertochten in het verschiet lagen voor een aantal WTC-rijders, leek Gert-Jan het wel wijs te vinden om ‘woord bij straat’ te voegen: Een retourtje Keulen met een groepje gelijke gekken! In de plus-app werd het prima plan achteloos gedropt, iedereen die een keertje de 300 wilde aantikken moest maar aansluiten...! Immers, het bezoekje aan Sjoerd in Roosendaal was voor de taaie WTC-vezels vorig jaar ook niet verkeerd afgelopen. Alles boven de 250 kilometer is dan mooi meegenomen.

Aan animo direct geen gebrek. De kans om met z’n allen eens lekker meters te maken klonk zelfs voor de minder bereden cowboys als muziek in de oren. ‘Kapot gaan doe je toch wel’ moeten ze waarschijnlijk hebben gedacht. De vingertjes werden geteld en de datum stond daarmee geprikt. Welke dag beter dan Hemelvaart; de dag dat je in Duitsland door een haag aan supporters, bestaande uit vaders die met een bolderkar vol bier vanuit het niets in de berm verschijnen en ons groepje hartstochtelijk vooruit zouden schreeuwen. Fietsen leeft bij onze buren, zolang de zweem van beneveling er maar op los gelaten wordt. Nog niet bewust van onze latente fanclubs vertrokken we, enigszins naïef van wat zou komen, richting de grens bij Venlo. We hadden verzameld om 7 uur ’s ochtends bij onze vaste vertrekplaats aan de Graafseweg. Het tempo verklapte terstond dat het met de zin wel goed zat. Immer gerade aus!

In willekeurige volgorde verschenen onze helden met de snuit in de wind. Gert-Jan had de route, Carlo testte zijn knie maar weer eens, Ramon wist dat het niet makkelijk zou worden, Rudy genoot meteen maar wist dat hij samen met Ted en Twan een keer die U-dinges zou maken. Mark Soetekouw zou zijn broer dan nog even toezwaaien in de wetenschap dat hij de familie-eer moest gaan redden. Mark van den Hoogen, met de Marmotte al sinds december in het hoofd, ging zijn schema vandaag laten spreken. Hans de Bul hield zijn praatjes even op zak, aangezien hij wel wist dat het nog een aardige klus zou gaan worden. Hugo moest simpelweg weer op tijd thuis zijn voor kleine Moos en speelde plichtsgetrouw voor de haas aan kop. Die Mannschaft was onderweg. Er werd gelachen, lek gereden en gespot met de route. Een sneertje hier, een klopje op de schouder daar. Zo zien we het graag in de blauwe brigade uit Boxmeer!

Zodra het landschap lichtelijk zijn percentages presenteerde brak de groep in tweeën. Onze Gert had binnenkort een Zwitserse klus te klaren en reedt, in vorm als ie was, met straf tempo de bult op. Volgen is dan is slimste wat je kunt doen, de tandjes alvast op elkaar geduwd. Met een paar slingers links en rechts kwam de groep na een paar kilometer tot de conclusie dat Carlo er dan toch echt afgepierd was. Geen schande maar wel een beetje onhandig van de haantjes. Even stoppen en een belletje naar van Boekholt bleek niet onverstandig. ‘Deel dan ff je locatie’ leek al snel te simpel voor onze patron. We besloten vanaf daar te splitsen en de hazen richting Carlo te dirigeren. Samen uit.... En de rest moest door. De lucht leek te klaren en de Dom verscheen in de verre verte als een oase in een groene woestijn. Niets van dat behalve een dijk en de richting van de Rijn sleurde ons Männer zuidwestwaarts richting Keulen. Zonder plan maar zo nu en dan de wind vol in de rug vloog het gedeelde carbon vastberaden verder. Het leek nog maar een scheet te zijn die ons deed verwijderen van een fijn stuk Küche und ein verdientes Kaffee.

Keulen is een geweldige stad en er valt zoveel te zien. Helaas, dit was geen trip langs de 4711 of het chocolademuseum aan de Rijn. Via enkele Baustelle en een brug in onderhoud trokken we naar de rand van het centrum. We staken de trambaan over en nestelde ons bij een kiosk op een mislukt designpleintje met uitzicht op niets dan enkele verbaasde Frauleins die ons aanstaarde terwijl we jolig ons materiaal tegen de geïmproviseerde afrastering van het terras stalde. Zex Kaffe bitte! Hans trakteerde op taart. Een tweede rondje Kölsche pleur werd met een los handgebaar besteld. Plasjes in de piskeet, bidons aan de spoelbak. Ramon leek iets van pijn te willen bespreken maar Gert-Jan duwde hem resoluut een tabletje in de hand. ‘Vat nou maar!’ Met een klein half uurtje en wat appjes naar het thuisfront werden de helmpjes weer geïnstalleerd, de grapjes bleven draaien en weldra de beentjes ook weer. Nach Hause! Die Frauleins verklaarde ons intussen voor verrückten Holländer. Auf wiedersehen!

Dwars door de stad. Daarna dwarser door de stad en uiteindelijk meer dan dwars door welke stad!? De route leidde ons van Ampel naar Ampel. Er leek geen einde aan het hoogstedelijke te komen. De mouwtjes mochten intussen wel af, het zonnetje zag toe op een goed humeur, ondanks de ongeplande citysafari. Soete Mark kreeg het er toch slecht van. De 150 km waren ruimschoots gepasseerd en van een stads treintje was geen sprake. Ieder voor zich, kriskras door het Hemelvaartverkeer. Zo verstreken we Leverkusen, Hilden (welke plaats is dit?), Düsseldorf en Krefeld. Een stukje gravel een stukje Rijn, door peddelen is het enige wat we zijn. Pas bij Tönisberg gaf het landschap ons weer iets van notie van waar we eigenlijk mee bezig waren. Het tempo werd vooral door Mark (nog nooit zo goed), Gert-Jan (idem volgens staat van dienst) en Bram behoorlijk verschroeiend gehouden. Ramon, Soet en Taaie Bul zagen af als beesten en hadden zich neergelegd bij een lange finale. Gelukkig was de wind ons redelijk gezind zodat een kort overleg voldoende was om de boel niet te laten klappen. We gingen het Schweintje wel effe wassen verder.

Tuurlijk, de tussenstop op 220 had ons van een nare klop gered, maar toegegeven, dit ging gewoon soepel. Hard zelfs. De moyenne was in het Rurh gelaten, het gaatje werd desalniettemin gezocht. Lüllingen deed zijn naam eer aan; we bliezen het stof door de straten. Via Twisteden kwam Weze in zicht en gezien de kilometers op de Garmin lieten we de route voor wat het was. Een lusje extra zat er nog wel in. 300 moest en zou het worden! Op naar Goch en daarna via Gennep de pijp leegrijden. Moraal werd opgeraapt en de klok leek stil te staan. Bij Hommersum deed het bij iedereen pijn maar zodra we de grens over waren konden we weer wat woordjes wisselen. De buit was binnen. Zelfs met Boxmeer in zicht draaiden we af richting de Campina. Dat zijn de kilometers waar je morgen blij mee bent! Het moment zelf was even schrikken maar de gekte was allang compleet. De Sambeekse boys mochten het magische nummertje gaan trekken. Boxmeer liet de 300 nog even op de bucketlist staan. Zo moeilijk was het dus niet. Wat een dag! R3SPECT!